Er zijn vier soorten tabstops en twee soorten marges, die elk met een ander symbool in de liniaal worden aangegeven:
Naar rechts wijzend driehoekje: een tabstop voor het links uitvullen van tekst
Ruitje: een tabstop voor het centreren van tekst
Naar links wijzend driehoekje: een tabstop voor het rechts uitvullen van tekst
Cirkeltje: een tabstop voor het uitvullen van getallen rond een decimaalteken
Horizontaal balkje: de linkerinspringing voor de eerste regel van een alinea
Omlaag wijzend driehoekje: de linker- of rechterinspringing voor een alinea
Als de liniaal niet wordt weergegeven, kiest u 'Opmaak' > 'Tekst' > 'Toon liniaal'.