In de voorkeuren van Teksteditor kunt u instellingen opgeven die u standaard wilt gebruiken voor elk nieuw document dat u aanmaakt.
Kies 'Teksteditor' > 'Voorkeuren' en klik vervolgens op 'Nieuw document'.
Selecteer een standaardstructuur voor nieuwe documenten.
Kies 'RTF-structuur' als u speciale opmaak wilt gebruiken, zoals vet of cursief. Kies 'Platte tekst' voor eenvoudige tekst zonder opmaak. U kunt de structuur voor afzonderlijke documenten altijd wijzigen via het Opmaak-menu.
Schakel het aankruisvak 'Pas regelterugloop aan paginabreedte aan' in als u tekst passend wilt maken binnen de marges van de pagina wanneer u deze bekijkt of afdrukt.
Laat deze optie uitgeschakeld om tekst automatisch passend te maken binnen de grootte van het documentvenster.
Stel een begingrootte voor het venster in.
U kunt de grootte van het venster altijd nog aanpassen door te slepen.
Kies de standaardlettertypen voor platte-tekstdocumenten en RTF-documenten.
Geef voor RTF-documenten documentkenmerken op, zoals de naam van de auteur. Voor afzonderlijke documenten kunt u deze en andere kenmerken wijzigen door 'Archief' > 'Toon kenmerken' te kiezen.
Geef op of de spelling en grammatica moeten worden gecontroleerd tijdens het typen, of een liniaal moet worden getoond in het documentvenster, enzovoort.
U kunt de oorspronkelijke instellingen herstellen door op 'Herstel alle standaardinstellingen' te klikken.