Nadat u een tabel hebt aangemaakt, kunt u de tekstuitlijning aanpassen of de rand- en achtergrondkleuren wijzigen voor geselecteerde cellen.
Selecteer de tabelcellen waarmee u wilt werken.
Kies 'Opmaak' > 'Tabel'.
Selecteer met behulp van de uitlijningsknoppen hoe u tekst in de cellen wilt uitlijnen.
Met de knoppen aan de linkerkant kunt u tekst in de cel links of rechts uitlijnen, centreren of uitvullen.
Met de knoppen aan de rechterkant kunt u tekst uitlijnen op de bovenkant, het midden of de onderkant van de cel. Met de tweede knop kunt u tekst in aangrenzende cellen op dezelfde basislijn uitlijnen wanneer de tekstgrootte in de cellen varieert.
Om de dikte (in pixels) van de celranden te wijzigen, voert u een getal in of klikt u op de pijlen.
Om de kleur van de celranden in te stellen, klikt u bij 'Celrand' op het kleurenvak en selecteert u vervolgens een kleur in het venster 'Kleuren'.
Om de achtergrondkleur in te stellen, kiest u 'Vulkleur' uit het venstermenu 'Celachtergrond', klikt u op het kleurenvak en selecteert u vervolgens een kleur in het venster 'Kleuren'.